‘s Ochtends vroeg haalde ik Nick op en reden we naar Schiphol waar we verzamelden voor de vlucht naar Dublin. Nadat we waren ingecheckt in ons supertoffe hotel The Dean (echt een aanrader) gingen we de stad in om te lunchen. We hebben Leonie de grootste hamburger ever laten eten; die zou ze er later wel affietsen tijdens de stadstour by bike.
Voorzien van helm en blauwe hesjes (jammer dat ze die niet in het geel hadden) crosste we in no time langs alle highlights van de stad, waarbij we van meerdere mensen hoorde dat we ‘s avonds niet moeten gaan eten in het Temple Bar District. En laat dat nou net zijn waar we een tafel hadden gereserveerd voor die avond.
In de diverse pubs en de rooftopbar van het hotel uiteraard diverse Guinness’s geproefd als voorbereiding op de volgende dag, toen we het Guinness Storehouse bezochten: de brouwerij, met de geschiedenis en het museum van Guinness. Erg leuk en uiteraard zijn de vele reclame-uitingen voor ons erg herkenbaar.
Na nog het nodige eten en uiteraard biertjes was het gelukt, Seijdric was stuffed. Er paste geen hap of slok meer bij! Een teken dat het weekend geslaagd was en we het vliegtuig richting huis konden pakken.